De titel van de bij dit artikel afgebeelde ansichtkaart uit 1905 luidt: “De oude zuidgrens van Haren, entree”. De fotograaf stond ongeveer op de vluchtheuvel ten zuiden van de huidige rotonde Rijksstraatweg/Emmalaan. Tot ca 1850 was dit inderdaad de zuidgrens van het dorp Haren. Dat wil zeggen, dat er tussen Harenermolen (Huize Voorveld en het witte boerderijtje daar tegenover, nu Rijksstraatweg 364) en de bebouwing op de foto geen enkele bebouwing was. Pas na 1850 kwam er meer bebouwing langs de Rijksstraatweg, bijvoorbeeld de Landbouwhuishoudkundigeschool (nu Rijksstraatweg 239).
Links op de foto zien we de boerderij van de familie Hemmes en rechts daarnaast de behuizing die een paar jaar geleden is afgebroken en vervangen is door het kantoorpand met bovenwoning van makelaardij Dunning. Tussen de bomen door is nog net het grote huis te zien van notaris Lohman. Aan de overzijde van de Rijksstraatweg staat rechts het huis de ‘Overwegskamp’, met daar weer rechts achter op de achtergrond de dorpskerk. Direct na het huis de Overwegskamp kon je rechtsaf de (huidige) Julianalaan in. De woningen links naast de Overwegskamp zijn wat kleine huisjes. Het eerste huisje is in 1921 afgebroken en vervangen door een woning/winkel. Later is de benedenverdieping volledig verbouwd tot winkel. Jarenlang had de heer Wakker hier een kruidenierswinkel. Sinds 1978 is het pand in gebruik als restaurant Kui Ping. De overige huisjes zijn begin jaren vijftig van de vorige eeuw afgebroken en vervangen door winkels met daarboven portiekwoningen.
De historie van het huis de Overwegskamp komt uitvoerig aan de orde in het door mij geschreven boekje ‘Julianapark, het begin van Tuinstad Haren’ (Harener Historische Reeks nr 16). Dit huis wordt ca 1825 gebouwd door de timmerman Albert Hovingh. Hovingh woonde daarvoor met zijn gezin aan de overzijde van de Rijksstraatweg (nu Rijksstraatweg 207). Zijn bouwterrein lag vanuit dat huis gezien dus over de weg. Dat kan de reden zijn geweest om het huis ‘Overwegskamp’ te noemen, maar zeker weet ik dat uiteraard niet. Na het overlijden van Albert Hovingh in 1848 wordt de woning verkocht aan de grootgrondbezitter en gemeenteontvanger Johan Hendrik Quintus. Deze verwerft in dezelfde periode ook het om de woning gelegen landbouwperceel. De eigendommen van Johan Hendrik Quintus vererven op zijn zoon Justus Datho Quintus en vervolgens op diens schoonzoon Adriaan Croockewit. Het omliggende perceel wordt vervolgens naar deze eigenaar ook wel ‘de Croockewitskamp’ genoemd. De naam van de woning Rijksstraatweg 226d herinnert hier nog aan. In 1917 verwerft de gemeente Haren de eigendom van zowel het huis de Overwegskamp als het perceel de Croockewitskamp. Dit ten behoeve van de realisatie van het Julianapark. De woning wordt afgebroken. Op de plaats van de woning staat nu het monumentale tramhuisje. De naam Croockewit klinkt wat ‘Dickensachtig’, maar het is een volkomen Nederlandse naam. Krook (in de oude spelling Croock) duidt op lange krullende haren. En als die haren dan ook nog wit zijn, wordt je Croockewit genoemd. Nog steeds zijn er in ons land mensen met deze achternaam.
Terug naar de boerderij van de familie Hemmes. De historie van deze boerderij gaat ver terug. Op de kaarten die Henricus Teijsinga in 1732 maakte van de provincielanden behorende bij het voormalig klooster Yesse te Essen wordt Albert Cuik vermeld als eigenaar en gebruiker van de gronden langs dit gedeelte van de Rijksstraatweg. Teijsinga tekende geen boerderij op de gronden, maar ik denk dat die er wel was. Albert Cuik zal de boerderij dan waarschijnlijk verkregen hebben door zijn (tweede) huwelijk met Margaretha Pouwels in 1730. Dochter Johanna Cuik trouwt in 1757 met Jan ter Borgh, landbouwer te Onnen. Zowel Johanna als Jan overlijden eerder dan (schoon)vader Albert Cuik. Ik denk dus niet, dat zij op de boerderij in Haren hebben gewoond. Het ligt voor de hand, dat Johanna en Jan zijn ingetrokken bij (schoonmoeder) Hendrickje van Ossenbergh op de boerderij in Onnen, die al vanaf 1721 weduwe was van Fredericus ter Borgh sr.
Met Albert Cuiks kleinzoon Fredericus ter Borgh jr. krijgen we pas echt ‘vaste grond onder de voeten’. Fredericus trouwt in 1790 met Johanna Swartwolt, dochter van schoolmeester/koster/landbouwer Roelf Swartwolt en zij vestigen zich wel in Haren. In 1787 bouwen Fredericus en Johanna een nieuwe boerderij aan de Rijksstraatweg. Niet op de locatie van de boerderij op de foto, maar iets dichter naar het dorp toe. Recht tegenover de (huidige) Julianalaan, die tot 1957 ook niet Julianalaan heette, maar Terborgsteeg. Deze steeg liep vervolgens met een knik (dit stukje heet nu Weg voor de Jagerskampen) door naar de huidige Terborgsteeg en kwam dan uit op de weg naar Onnen (nu Jachtlaan). Fredericus ter Borgh overlijdt in 1809. Zijn vrouw Johanna Swartwolt is in 1806 al overleden. Drie verweesde kinderen blijven achter, waarvan zoon Roelf ter Borgh de oudste is. In 1830 woont Roelf ter Borgh op de boerderij met zijn vrouw Harmtien Jans Buitingh, drie kinderen, twee werkmeiden en twee boerenknechten. Als Roelf in 1850 overlijdt, komt de boerderij eerst kort in handen van zoon Fredericus ter Borgh. Deze verhuist echter al snel naar Zuidlaren. Dochter Hillechien en haar man Jan Hemmes komen op de boerderij wonen. Moeder Harmtien Buitingh koopt de woning naast de boerderij (Rijksstraatweg 207). Na het overlijden van Harmtien wordt de boerderij toebedeeld aan dochter Hillechien en Jan Hemmes. Vanaf 1879 wordt Jan Hemmes als eigenaar vermeld. Jan Hemmes is afkomstig van de Hemmesheerdt in Essen.
Zoon Hemmo Hemmes volgt zijn ouders in 1892 op. Hij laat de boerderij in 1900 afbreken. Iets zuidelijker en nu haaks op de weg bouwt Hemmo Hemmes een nieuwe boerderij (de boerderij op de foto). Die boerderij wordt in 1936 al weer gesloopt en vervangen door de villa Terborghshof (Rijksstraatweg 215). Veel van de bij de boerderij behorende grond wordt bestemd voor woningbouw aan de Emmalaan en de Rijksstraatweg (nrs 209 tm 213).
De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Deze column is eerder gepubliceerd in het Harener Weekblad op 18 juli 2018.