Onderduikster Erna de Jonge

Onderduikster Erna de Jonge

In een aantal columns heb ik aandacht besteed aan de Joodse inwoners van Haren die door onder te duiken de oorlog hebben overleefd. Deze keer wil ik het hebben over Erna de Jonge. Zij heeft een wel heel bijzonder leven geleid. Je zou zelfs kunnen zeggen twee levens, omdat ze voorkomt in een aantal publicaties zonder dat in die publicaties een link wordt gelegd tussen haar leven voor de oorlog en haar leven na de oorlog. Mijn onderzoek naar het leven van Erna de Jonge leverde zoveel gegevens op, dat ik me heb laten verleiden er een serieus artikel over te schrijven. Dit artikel onder de titel ‘De twee levens van Erna de Jonge (1907-1965)’ is recentelijk verschenen in aflevering 1 van de jaargang 2023 van het blad Stad & Lande. Ik zal mij in deze column beperken tot enige hoofdlijnen.

Erna de Jonge werd geboren in 1907 in Weener, een Duits stadje net over de grens bij Nieuweschans. Haar vader was daar slager en veehandelaar en vervulde ook enige functies binnen de voor de naziperiode bloeiende Joodse gemeenschap in Weener. Toen Erna 25 jaar oud was, werd haar vader Wolff de Jonge voor de synagoge in Weener doodgeschoten, toen hij daar in de vroege ochtend aankwam voor het ochtendgebed. Niet door een Nazi, zoals u misschien zou verwachten, maar door een andere Jood. Dit was de in Oude Pekela geboren maar ook in Weener woonachtige Joel Pinto. De familie De Jonge had door het afleggen van valse getuigenissen meegewerkt aan de financiële ondergang van deze Pinto. Dit leidde uiteindelijk tot een wraakactie waarvan Wolff de Jonge het slachtoffer werd en waarbij Joel Pinto zichzelf ook dodelijke verwondde. Uiteraard is over deze bijzondere gebeurtenis gepubliceerd. Onder andere door Peter Hein in een boek getiteld ‘Het Misverstand’.

Kort voor de oorlog heeft Erna de Jonge geprobeerd via Nederland naar de USA te vluchten. Dat is mislukt en daarom kwam ze in het najaar van 1940 naar Haren om als huishoudster te gaan werken bij mevrouw Kielman-Pik aan de Middelhorsterweg 6. Tijdens haar verblijf daar bouwde ze een goede relatie op met de familie Van der Mei van de bloemkwekerij aan de overzijde van de Middelhorsterweg. Eind 1942 gaf Erna bij deze familie de nodige spullen in bewaring en dook ze onder bij Albert Hahn en zijn gezin in Tynaarlo. Albert Hahn had daar tegenover het (inmiddels afgebroken) station een pianofabriek. De familie Hahn was zeer actief in het verzet. Albert Hahn en zijn zoon Gepko moesten dat met de dood bekopen en kwamen beide om in het kamp Neuengamme. De woning en de fabriek van Albert Hahn in Tynaarlo werden in september 1944 door de Duitsers overvallen. Erna kon toen door haar gebleekte haren en een goed vals persoonsbewijs de dans ontspringen en vluchtte vervolgens naar Friesland.

De moeder van Erna en haar zus kwamen om in Duitse concentratiekampen. In zijn boek over de moord op Erna’s vader gaat Peter Hein ervan uit, dat ook Erna in zo’n kamp is vermoord. Vandaar dat in dit boek een naoorlogs leven van Erna volledig buiten beeld blijft.

Na de oorlog kwam Erna nog kort terug naar Haren en ze woonde toen bij de familie Lacoste aan de Meerweg 54. Vervolgens vertrok ze naar Ter Apel en ging ze als ‘dame de maison’ aan de slag bij de broers Wilke Roelfs en Roelf Hesse (op de foto staat ze links naast de broers en een andere nog onbekende dame). Het contact tussen Erna en de broers Hesse was gelegd door Geertruida Hahn. Net als haar vader en haar broer was ook Geertruida zeer actief in het verzet. Haar verloofde Gerard Oosting was dat ook. Hij werd op 29 september 1944 in een boshol bij Anloo door de Duitsers gearresteerd en vervolgens 12 oktober 1944 in kamp Westerbork gefusilleerd. Zijn naam vinden we terug op de gedenksteen voor de kerk in Haren en zijn levensbeschrijving staat in het bekende boek ‘Van kwaad tot onvoorstelbaar erger’ van Wil Legemaat. Vanaf 1942 was Geertruida Hahn particulier verpleegster van moeder Hesse in Ter Apel. Na haar overlijden in de zomer van 1945 was de inzet van Geertruida niet meer nodig, maar een beetje ‘oppas’ voor de vrijgezelle en een beetje zonderlinge broers Hesse was wel wenselijk en daarom schoof ze Erna voor die rol naar voren. Over de gebroeders Hesse en de rol van Erna in hun leven is geschreven door Albert Buursema in het boek ‘Wilke Roelf Hesse (1894-1987)’. Zoals ik boven al opmerkte zonder een relatie te leggen met Erna’s toch wel heftige verleden in Weener. Buursema ging er vanuit dat Erna’s vader door de Duitsers in Kristallnacht (nacht van 9 op 10 november 1938) werd vermoord. Zo bleef in zijn boek Erna’s leven in Weener verder buiten beeld.

In 1947 emigreerde Erna alsnog naar de USA en werd ze Amerikaans staatsburger. Ze ging wonen in de plaats Stockton in Californië. Als ‘housekeeper’ was ze daar werkzaam in het plaatselijk ziekenhuis. In 1965 overlijdt ze. De emigratie naar Amerika betekende echter geenszins dat Erna haar contacten in Nederland verbrak. Ze schreef bijna wekelijks een brief aan de gebroeders Hesse en kwam ook nog een aantal keren vanuit Amerika naar Europa om samen met Wilke Roelf op reis te gaan. Zo staat er in het genoemde boek van Albert Buursema een foto met Erna op het San Marcoplein in Venetië. Roelf Hesse was ziekelijk en liet deze reizen aan zich voorbij gaan. Tot mijn verrassing bleek mij na de publicatie van mijn artikel in Stad & Lande dat Erna ook nog lange tijd goede contacten heeft onderhouden met de familie Van der Mei. Dit begon er al mee, dat moeder Van der Mei in de oorlog bij Erna op visite ging op haar onderduikadres bij de familie Hahn. Na de oorlog stuurde Erna vanuit Amerika met enige regelmatig cadeautjes. In eerste instantie vooral in Nederland schaarse spullen, zoals nylonkousen. Later voor de dochter een pop en voor de zoon een bouwdoos. Het laatste bekende contact is van 1961. Toen heeft dochter Van der Mei nog een ontmoeting gehad met Erna in het koffiehuis bij het busstation aan de Stationsweg in Groningen.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Alle columns zijn te zien op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 77.

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl