De slapende dienstbode

De slapende dienstbode

Bovenstaande foto is gemaakt door het persfotobureau D. van der Veen voor het Harener Weekblad. Vier meisjes plukken onbekommerd bloemen op de dijk langs de Meerweg in Haren. Net zo onbekommerd liep hier 150 jaar eerder de 17-jarige dienstbode Mechelina Kluivingh. Zij kwam in de zeer vroege ochtend van 8 augustus 1858 terug van een bruiloft in Paterswolde en was op weg naar het huis van haar baas Sietze Nijdam aan de Hoornsedijk. Dat ze zich zo onbekommerd voelde, zal wellicht mede het gevolg zijn geweest van het gebruik van enige alcoholica. Ze kon de verleiding niet weerstaan zich even op de dijk te ruste te leggen. Begrijpelijk, maar niet slim, want toen ze weer wakker werd, was ze een zilveren oorijzer met gouden stiften kwijt.

Wie zou dat gedaan kunnen hebben? Onder leiding van burgemeester Lodewijk Theodorus Jorissen wordt direct een onderzoek gestart. Het blijkt dat dezelfde vroege ochtend vier stadsvogelvangers de dijk gepasseerd zijn op weg naar Paterswolde. Twee van hen zijn echter onderweg al naar de stad terug gekeerd. Zouden zij de handigheid van het wegnemen van het oorijzer bedreven hebben? De burgemeester meldt zijn verdenking in ieder geval aan de officier van justitie in Groningen, want zo schrijft hij “het ware mogelijk, dat eene spoedige opspooring der vogelvangers en bij de gewone winkeliers in zilverwerken of bank van lening in dezen eenig resultaat teweeg konde brengen”. Of het oorijzer inderdaad teruggevonden is en de daders gearresteerd, is mij nog niet duidelijk.

Ik heb in oude kranten (via www.delpher.nl) gezocht naar de diefstal van een oorijzer in 1858, maar met betrekking tot Mechelina Kluivingh niets gevonden. Wel werd me duidelijk, dat het over straat gaan met gouden oorijzers in de nachtelijke uren niet zonder risico’s was. Enige dagen na het voorval met Mechelina wordt een dochter van de weduwe Ten Hoor in Haule overvallen en van haar oorijzer beroofd. Daarbij raakt zij zodanig gewond, dat ze nog de volgende dag overlijdt. Mechelina mag dus nog van geluk spreken, dat de dieven haar zo voorzichtig hebben benaderd.

Het is altijd een uitdaging om wat meer te weten te komen over de hoofdrolspelers bij een voorval. Allereerst uiteraard Mechelina zelf. Zij is geboren op 30 maart 1841 te Paterswolde. Daar is ze ook overleden op 2 augustus 1867, 26 jaar oud, ongehuwd. Dat is qua gegevens wat magertjes. Ze was als dienstbode werkzaam bij Sietze Nijdam. Van hem weten we wat meer. Hij woonde aan de Hoornsedijk 22. Hier had hij in 1849 een geheel nieuwe boerderij laten bouwen “om de bouwvalligheid van de tegenwoordige”. Honderd jaar later werd nogmaals een nieuwe boerderij op deze locatie gebouwd. Helaas staat ook deze boerderij, die laatstelijk bewoond werd door de familie Blom, er niet meer. De boerderij is omstreeks 1970 afgebroken ten behoeve van de verbreding van het Noord-Willemskanaal. In de laatste uitgave van ‘Harens Old Goud’, het blad van de Harense historische kring Old Go, heb ik onder andere over deze woning een artikel geschreven onder de titel ‘De verdwenen woningen aan de Hoornsedijk’. Sietze Nijdam overleed in 1875. Hij was toen 70 jaar oud. Na zijn overlijden werd de boerderij door zijn drie zonen verkocht.

Volgens het verslag van de burgemeester kwam Mechelina in de bewuste nacht terug van een bruiloft bij Evert Hendriks in Paterswolde. Het is niet moeilijk na te gaan, dat het daarbij om de bruiloft ging van Roelinus Brink en Albertien Hendriks, de dochter van Evert Hindriks. Met deze vermelding vallen ineens een groot aantal puzzelstukjes op hun plaats. Om te beginnen is ‘bij Evert Hendriks’ maar betrekkelijk, hij is in 1851 al overleden. De bruiloft zal dus hebben plaats gevonden bij zijn weduwe Aaltien Hindriks Stel, herbergierster en logementhoudster te Paterswolde. Voorts is Albertien Hendriks het jongere zusje van Jopkien Hendriks en deze Jopkien is de stiefmoeder van Mechelina. Zij is dus op de bruiloft geweest bij haar stieftante, die qua leeftijd meer een stiefzusje was.

En dan de bruidegom, Roelinus Brink, die brengt ons direct weer terug in het Harense. Naar Onnen om precies te zijn. Roelinus is daar geboren in een woning aan de Tijborgsteeg (na samenvoeging met een andere woning nu Tijborgsteeg 9 te Onnen). Na zijn huwelijk woont Roelinus eerst vijf jaar in Paterswolde, waarschijnlijk bij zijn schoonmoeder. Daarna keert hij weer terug naar Onnen. Hij is timmerman en krijgt in 1872 de opdracht van de gemeente om het oude schooltje aan de Koelandsdrift (nu de woning Koelandsdrift 10 te Onnen) te verbouwen tot dienstwoning voor de rijksveldwachter. Een vetpot zal het in Onnen niet geweest zijn voor Roelinus en Albertien. Wellicht komen er berichten uit Amerika, dat er daar veel meer mogelijkheden liggen. Oom Hindrik Abels Brink is al in 1848 naar de USA geëmigreerd. Er is daar ook een geestelijk klimaat, dat de Christelijk Afgescheidenen wel aanspreekt. Iets na 1880 besluiten veel leden van de familie Brink (en aanverwante families als Schut, Grashuis en Kamphuis) de grote stap te wagen. Roelinus en Albertien vertrekken in 1884 met vijf kinderen. Oudste dochter Aaltje is in 1879 getrouwd met de timmerman, aannemer en later ook caféhouder Engbert Horst en blijft in Haren achter. Dochter Janna reist in 1885 haar ouders achterna.

Lang heeft het verblijf van Roelinus Brink in de USA niet geduurd. Op 29 juni 1891 verschijnt in het Nederlandstalige wekelijkse blad De Grondwet in Holland, Michigan, de volgende annonce: “Op den 16den juni jl. is onverwachts na een ongesteldheid van slechts één week overleden mijn echtgenoot Roelof Brink, in den ouderdom van ruim 56 jaren. Mij nalatende acht kinderen, waarvan vier gehuwd en vier ongehuwd en waarvan een gehuwde dochter zich nog in Nederland bevindt. Mede namens de kinderen, de bedroefde weduwe Alberdina Brink, geb. Hendriks”. Alberdina zal Roelinus 20 jaar overleven. Zij overlijdt in 1911 en zo eindigt dit verhaal dat begon met een slapende dienstbode aan de dijk langs de Meerweg in Haren in het verre Amerika.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 62.

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl