De raadsels rond Uuntje

De raadsels rond Uuntje

Dit verhaal gaat over Uuntje. U zult begrijpen, dat het even duurde voordat ik door had, dat de eerste letter van de naam inderdaad een U was. Uuntje is dan ook geen erg bekende naam. Een snelle telling in www.allegroningers.nl leert, dat er de afgelopen 300 jaar in onze provincie elf vrouwen zijn geweest met deze voornaam. Uuntje is een Platduitse vorm van Antje.

Maar hoe kom ik nu bij Uuntje? De start ligt voor mij bij een brief van 25 juni 1853 van burgemeester Jorissen van Haren aan de commissaris des Konings in de provincie Groningen. De burgemeester vraagt in die brief aan de commissaris om bij het rijk te willen bevorderen, dat de diakonie der Nederlands Hervormde gemeente te Noordlaren f.8,80 ontvangt als vergoeding voor de verplegingskosten, die zijn besteed aan een vreemdelinge genaamd Uuntje Jakobs. Helaas, zo schrijft Jorissen kan men over deze vreemdelinge geen verdere gegevens verstrekken. Dat is wel erg summier. Het is dan ook logisch, dat de minister van Binnenlandse Zaken op basis van zo’n declaratie niet bereid is tot betaling over te gaan.

Na wat heen en weer schrijven tussen de burgemeester, de minister, de commissaris en de diakonie kan de burgemeester op 3 september 1853 nog wat aanvullende informatie over Uuntje aan de commissaris verstrekken. “Dat Uuntje Jakobs den 27 april 1852 in hoog zwangeren staat en ziek zijnde te Noordlaren aangekomen, den 3 mei 1852 van daar vertrokken, slechts heeft kunnen opgeven hetgeen wij reeds eerder de eer hadden aan u mede te delen. Daaruit is gebleken, dat zij eene vreemdelinge was en hier te lande nergens te huis behoorde”.

Dat jaartal 1852 is geen vergissing. De boekhoudend diaken te Noordlaren heeft pas ruim een jaar na het voorval een declaratie ingediend. Uiteraard is de commissaris daar zeer ontevreden over, maar burgemeester Jorissen springt voor de persoon in de bres. “De reden waarom van de opneming in alimentatie dier vrouw eerst na een tijdsverloop van 13 maanden is melding gemaakt, moet alleen aan de weinige bedrevenheid in administratie en wettelijke zaken van den overigens achtenswaardige en nauwgezette boekhoudend diaken te Noordlaren worden geweten”.

Pas uit een brief van 8 oktober 1853 van de burgemeester aan de commissaris des Konings wordt mij duidelijk, dat Uuntje niet zomaar even in Noordlaren is geweest. Ze is er ook bevallen! Jorissen deelt namelijk mee, “dat te Noordlaren geen voor de dienst der armen bezoldigde verloskundige is en om die reden de hulp voor Uuntje Jakobs van het naburige Zuidlaren is moeten ingeroepen worden, ten koste van dengene dien het zoude aangaan”. In Haren is inderdaad een vroedvrouw aangesteld om bij bevallingen te assisteren en die vroedvrouw ontvangt net als de huisarts een jaarlijkse vergoeding om haar diensten gratis te verlenen aan de armen. Maar ja, Noordlaren-Haren en omgekeerd is een heel eind. Vandaar, dat men in Noordlaren veel meer op Zuidlaren is georiënteerd. Dat was vroeger niet anders dan nu. Maar de vroedvrouw te Zuidlaren stuurt voor haar diensten uiteraard wel een rekening. En het is die rekening, die het grootste deel uit maakt van de declaratie waarom het gehele verhaal rond Uuntje begonnen is.

Nu kan ik iets doen, waarvan ik verwacht had, dat burgemeester Jorissen het ook al lang gedaan zou hebben en waardoor hij mij eigenlijk een beetje op het verkeerde been heeft gezet: kijken in het gemeentelijk geboorteregister. Maar misschien is die opmerking richting Jorissen wel niet helemaal eerlijk en zijn de geboorteakten opgemaakt door zijn voorganger Rudolf de Sitter voor mij nu veel eenvoudiger te raadplegen dan door Jorissen zo’n 175 jaar geleden. In ieder geval levert een zoektocht in het geboorteregister op www.allegroningers.nl mij al snel het gewenste resultaat op. Op 29 april 1852 doet David de Goede, arbeider, oud 66 jaar, wonende te Noordlaren, aangifte, dat op 28 april 1852 des nachts te een uur te Noordlaren een kind is geboren van het vrouwelijk geslacht, genaamd Maria, van welk kind de moeder is Uuntje Jakobs Tenhof, wonende te Ommelanderwijk, gemeente Veendam. Getuigen bij de aangifte zijn Roelf Koops, landbouwer, oud 47 jaar, wonende te Noordlaren en Jannes Schut, smid, oud 32 jaar, eveneens wonende te Noordlaren. Die akte levert heel wat meer informatie op, dan tot nu toe uit de briefwisseling van de burgemeester bleek. Met de achternaam Tenhof kunnen we verder zoeken.

Die zoektocht naar meer gegevens van Uuntje levert op, dat ze rond 1823 is geboren in Simonswolde in het Koninkrijk Pruisen. Ze is dus inderdaad een vreemdelinge. Maar het is niet zo, dat ze in ons land verder onbekend is. Ze heeft op 22 januari 1849 te Groningen ook al een dochter gekregen, genaamd Louiza. Het is aannemelijk, dat ze dan al een relatie heeft met Friedrich Wilhelm Christoph Ludwig Schröder, geboren in 1815 in Bega, eveneens in het Koninkrijk Pruisen. Op 25 maart 1871 trouwt Uuntje te Slochteren met Friedrich. Bij dat huwelijk erkent Friedrich zes kinderen, waarvan Louiza, en Maria de oudste zijn. De te Noordlaren geboren Maria gaat vanaf dan dus verder door het leven als Maria Schröder. Ze trouwt in 1876 met de landbouwer Hindrik Rijzenburg te Siddeburen en overlijdt daar in 1929. Uuntje overlijdt in 1897 te Slochteren. Naar ik vermoed in een instelling voor huisvesting van hulpbehoeftigen, want de aangifte van overlijden wordt gedaan door Sjabbo Buitenkamp in zijn kwaliteit van gestichtsvader.

En waar in Noordlaren is Uuntje nu bevallen? Zekerheid daarover heb ik niet, maar het meest waarschijnlijk is, dat de bevalling heeft plaats gevonden in het armenhuis van de diakonie. Dat armenhuis was toen gevestigd in een boerderijtje aan de Lageweg 7 (tegenover de Osdijk) te Noordlaren. In 1953 is dit boerderijtje afgebroken ten behoeve van de aanleg van het fietspad langs de Lageweg. De locatie is nog wel herkenbaar (zie de foto). In 1859 heeft de diakonie iets noordelijker een nieuw werkhuis gebouwd. Dit huis (nu Lageweg 1 en 3 te Noordlaren) staat er nog. David de Goede en Jannes Schut wonen in 1852 aan de Lageweg 15 en 17 en zijn als naaste buren – tussenliggende huizen waren er toen nog niet - op grond van de nabuurplicht verplicht de aangifte van geboorte te doen. Over de betrokkenheid van Roelof Koops heb ik nog geen duidelijkheid.

De columns ‘Harener Historie’ worden geschreven door Eppo van Koldam. Iedere twee weken verschijnt een nieuwe column. De eerste 78 columns zijn verschenen in het Harener Weekblad. De serie is per 1 april 2020 voortgezet op www.oldgo.nl. Dit is digitale column nr. 43.

Old Go

De Harense Historische Vereniging Old Go is opgericht in januari 2010 en houdt zich bezig met de geschiedenis van de voormalige gemeente Haren. De gemeente bestond uit de dorpen Haren, Glimmen, Onnen en Noordlaren en de buurtschappen Essen, Dilgt en Hemmen. Op 1 januari 2019 is de gemeente Haren in het kader van de gemeentelijke herindeling samengegaan met de gemeenten Groningen en Ten Boer. 

Gevarieerd aanbod

Lezingen en excursies

Organisatie Open Monumentendag 

Uitgave van Harens Old Goud, 2x per jaar, een tijdschrift met een breed aanbod van artikelen en oude foto's

Publicaties in Haren de Krant

Presentatie en promotie op evenementen.

Info-centrum

Kom eens langs in het Info-centrum van Old Go! Elke eerste donderdag van de maand kunt u van 14.00 tot 16.00 uur bij ons terecht voor inzage in ons archief. We hebben een luisterend oor voor uw (oude) verhalen met of zonder foto’s. Voor vragen en informatie kunt u mailen naar info@oldgo.nl. Het adres is: Oude Brinkweg 12A, Haren; de trap op naar boven.   

Contact

Wilt u lid worden?  Zie ons aanmeldingsformulier. 

Heeft u een algemene vraag of opmerking:  info@oldgo.nl

Wilt u een artikel of foto's aanbieden voor Harens Old Goud: redactie@oldgo.nl